Driezum, 13 december 2014
Mijnheer de Regimentscommandant, geachte aanwezigen.
Een bijzondere dag geheel gewijd aan het respect voor de oprichter van ons Regiment: Johannes Galenus Baron van Sytzama. Op zijn 175e sterfdag en de 200e verjaardag geven we met deze plechtigheid inhoud aan dit respect.
U door uw deelname, waarbij ik helaas F.D.P.G. Baron van Sytzama en zijn echtgenote M.P.D. Barones van Sytzama geboren Barones van der Borch tot Verwolde om gezondheidsredenen moet verontschuldigen. Ze betreuren het zeer dat zij niet kunnen deelnemen en hebben een donatie gedaan aan het Regiment. Het Regiment heeft gemeend inhoud aan dit respect te moeten geven door het aanbieden van een plaquette, zodat de laatste rustplaats van onze oprichter duidelijk is gemarkeerd.
De Stichting is: Burgemeester Heldoorn, wethouders Bos, Wiersma en Peterson ook in hun dubbelfunctie als Regent Van Sytzamastichting zeer erkentelijk voor hun steun aan de realisering van dit project , dat geldt ook voor het Kerkbestuur van de Hervormde Kerk te Driezum met als vertegenwoordiger Dhr. Dantuma, bij de Gemeente betekende Dhr. van der Bij een grote steun. Zonder de medewerking van u allen was dit project niet tot stand gekomen. Een project waarvan het belang gelegen is dat het de band tussen Friesland, als geboortegrond van het regiment en het regiment zichtbaar maakt.
Aan onze eigen zijde waardeer ik de inspanningen van LKol b.d. Jelle de Jong die als man op de grond het hele proces in goede banen heeft weten te leiden.
Dan nu terug naar de persoon van Johannes Galenus Baron van Sytzama.
In 1767, op 2 augustus, werd op Rinsma State te Driesum geboren, Johannes Galenus Baron van Sytzama. Hij was de zoon van Maurits Pico Diderik Baron van Sytzama en Catharina Maris van Heemstra.
Hij nam op 20 juni 1781 in dienst als cadet bij het Regiment Garde Dragonders, klom op tot de rang van Majoor en werd op 18 juni 1793 adjudant van Generaal-majoor W.A. de Saumaise. Hij nam in die functie in de zuidelijke Nederlanden in 1793 en 1794 deel aan de veldtochten. Na de overgave aan de Fransen vroeg hij in 1795 eervol ontslag om als overtuigd Oranjeaanhanger zijn kans af te wachten.
In Driesum wijdde hij zich aan het beheer van de uitgestrekte landgoederen en boerderijen. Toen de Franse invloed in Europa tanende was en de bezetter uit Nederland vertrokken, aarzelde hij geen moment nadat koning Willem I het volk hartstochtelijk ’te wapen’ riep in de strijd tegen Napoleon. In 1814 trad Johannes Galenus opnieuw in dienst.
De koning verzocht oud-officieren tot het oprichten van een korps cavalerie omdat het hem niet alleen aan een leger ontbrak, maar ook aan financiële middelen voor uitrusting, wapens, materieel en paarden. In de rang van luitenant-kolonel vaardigde Van Sytzama een proclamatie uit waarin hij de friezen opriep in een door hem op te richten regiment dienst te nemen. Als tweede man kreeg Johannes Galenus, die al negentien jaar geen wapen meer had gehanteerd, majoor Christiaan Maria Lechleitner toegewezen. Die verzorgde de opleiding van de officieren van het ‘Noord-Nederlandsche Regiment Dragonders’. Een dragonder was een infanterist die zich per paard verplaatste en te voet vocht. In maart 1814 kreeg het regiment de beschikking over de paarden die waarschijnlijk een kruising waren tussen Friese paarden met logge Oldenburgers.
Op 18 juli marcheerde het Regiment, onder commando van Majoor Lechleitner, in tien dagen van Leeuwarden over Steenwijk en Amersfoort naar Leiden. De eenheid telde 392 man, onder wie ongeveer een kwart Friezen. Het sprak bijna vanzelf dat de inmiddels vijftigjarige Johannes Galenus, die helemaal geen ervaring had met de moderne oorlogvoering, het daadwerkelijke bevel over het regiment aan zijn tweede man overliet. Bij de Slag van Waterloo (1815) bleek dat de huzaren ondanks alle inspanningen van Van Sytzama nog altijd onvoldoende waren uitgerust, al ontbrak het niet aan strijdlust. Een Franse generaal omschreef hen ‘als apen, die vochten als leeuwen’. 29 Ridders MWO waren het resultaat. De slag bij Waterloo 1815 werd sindsdien op de standaard van het regiment gevoerd.
Na afloop van de veldtocht tegen Napoleon telde het regiment 32 doden en 31 gewonden. Tijdens de slag raakte Lechleitner zwaargewond. Zes dagen later stierf hij in Brussel.
Op 2 september 1815 werd Johannes Galenus bevorderd tot kolonel en Provinciaal commandant van Friesland. Hij werd op 20 oktober benoemd tot Generaal-majoor. Op 14 juli 1839 ging Johannes Galenus met pensioen en werd hij benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse leeuw.
Hij werd op 23 oktober 1839 werd hij benoemd tot Luitenant-generaal, was lid van de Ridderschap en van de Staten van Friesland. Hij overleed op 13 december 1839 en werd bijgezet in de familiegrafkelder op het kerkhof bij de Hervormde Kerk in Driesum. Het korps waartoe hij de aanzet gaf, bestaat nog in het Nederlandse leger als het Regiment Huzaren van Sytzama. Helaas door reorganisaties op 16 september 2012 ontbonden.
De wapenspreuk van de familie Van Sytzama: ‘Recte faciendo neminem timeas’, oftewel ‘Door het juiste te doen, vreest ge niemand wordt nog steeds door het regiment gevoerd.
Hiermee besluit ik mijn toespraak en dank u voor uw aandacht.
Ik nodig u uit de Commandant te volgen naar de plaats van de onthulling.
Plaquette bij graf baron Van Sytzama
DRIEZUM, 12 december 2014.
Ter herinnering aan de oprichter van het Regiment Huzaren van Sytzama – Johannes Galenus Baron van Sytzama – wordt morgen op zijn 175ste sterfdag een plaquette onthuld bij zijn graf. De plaquette wordt aangeboden door de Stichting Regiment Huzaren van Sytzama en kwam tot stand in samenwerking met de gemeente Dantumadiel, de regenten van de Van Sytzama en de Hervormde Kerk te Driezum.
Rond de klok van drie uur zal de Commandant van het Regiment Huzaren van Sytzama, de Kolonel der Huzaren G.C. Koek, de plaquette onthullen. Dit in aanwezigheid van de eerder genoemde instanties, de besturen van de stichting en de reünieverenigingen van het regiment. Het betreft een plaquette die inhoud geeft aan de band tussen de oprichter van het regiment en het regiment.
Het regiment voert met trots het opschrift Waterloo in haar standaard. Het regiment werd recent ontbonden. “De kern blijft bestaan en de regimentsgeest is ongebroken.” Dit alles indachtig de wapenspreuk van de familie Van Sytzama: ‘Door het juiste te doen vreest gij niemand’.
Graf Baron van Sytzama aan vergetelheid onttrokken
Bron:
Leeuwarder Courant, 13-12-2014
Pier Abe Santema
DRIEZUM De ijzeren paarden (tanks) staan in opslag, maar de geest van het Regiment Huzaren van Sytzama leeft voort. Bij de graftombe van oprichter Johannes Galenus Baron van Sytzama in Driezum hangt vanaf vandaag een plaquette.
Luitenant-kolonel der Cavalerie buiten dienst Jelle de Jong (59) uit Sint Annaparochie zag op 9 januari de vaandelgroet aan koning Willem-Alexander op tv. De Koninklijke Landmacht bestond op die dag precies tweehonderd jaar. De Jong realiseerde zich dat ook het Regiment Huzaren van Sytzama, waarin hij zelf gediend had, twee eeuwen geleden opgericht was.
“Het leek mij gepast een bloemengroet te brengen bij het graf van de oprichter van ons regiment, Baron van Sytzama, in Driezum.” De Jong was nog nooit in het dorp geweest en zocht met Google naar de locatie van het graf. Dat bleek lastiger dan hij dacht. Uiteindelijk belde hij de dominee, die hem in contact bracht met de koster.
“Ik ben naar de bloemist gegaan en heb een boeketje laten maken. De bloemen waren vooral wit, omdat dat de kleur is van het regiment.” De koster vertelde De Jong meerdere verhalen over de Van Sytzama’s. In de hervormde kerk herinneren onder meer nog herenbanken en kandelaars aan de familie.
Vervolgens gingen de heren het kerkhof op. Ze arriveerden bij drie grafstenen en een tombe met een hek er omheen. “Op een van de stenen stond de naam Johannes Galenus van Sytzama, maar ik had er een raar gevoel bij. De geboorte- en sterfdata klopten niet.” De Jong besloot de bloemengroet toch te brengen.
Het bleef wringen dat het graf van de oprichter van het regiment zo moeilijk te vinden was. Via de gemeente Dantumadiel kreeg hij uitsluitsel: de baron lag begraven in de graftombe. Er waren zelfs foto’s van een herdenking uit 1964, waarbij het trompetterkorps speelde.
“Dat was voor mij het einde van de zoektocht. Maar ik wilde iets doen aan de herkenbaarheid van de locatie.” Het bewaken van de nagedachtenis van de baron was al het streven van De Jong toen hij nog in 11 tankbataljon diende in het Brabantse Oirschot.” Ik was belast met ceremoniële taken en probeerde als oud-Franeker altijd Van Sytzama en Friesland daar in te betrekken.”
Zo verzon hij een Van Sytzama-legende bij de antieke ‘indrinkbeker’ die kersverse regimentsleden ad fundum moesten leegdrinken na hun beëdiging. Ook zorgde hij ervoor dat de Friese vlag gehesen werd tijdens officiële gelegenheden van het regiment. Aan de radioantennes van de tanks hingen bij zulke gelegenheden fanions (kleine vlaggetjes) met pompeblêden.
De afgelopen tijd spande De Jong zich in voor een bronzen plaquette bij het graf van de baron. Die komt er vandaag. De Stichting Regiment Huzaren van Sytzama neemt de kosten voor haar rekening. “Deze man heeft verdiend dat wij hem niet vergeten.”
De Hervormde Kerk van Driesum
Na de kerstening ten tijde van Bonifatius heeft er waarschijnlijk een houten kapelletje gestaan op de terp te Driesum. Driesum lag, evenals Dokkum, aan de Lauwerszee.
Rond 1150 is dit kapelletje vervangen door een stenen Godshuis van tufsteen op een fundering van balstenen. Dit Godshuis kreeg pas rond 1562, toen iemand een ‘prebendam omnipotentis Dei’ oftewel een schenking had gedaan, een patroon. Maar in dit uitzonderlijke geval ging het niet om een bijbelse figuur of heilige, maar werd de kerk gewijd aan ‘God de Almachtige’.
De zadeldaktoren is volgens een stichtingssteen gebouwd in 1469 en wegens zeer slechte staat in 1875 afgebroken.
De Romaanse kerk werd afgebroken in 1713. In 1711 was er overleg geweest met Egbert Michiels ‘meester timmerman in Dragten’ over herstel cq. afbraak van de kerk. Na toestemming van grietman Aylva, die te Bakkeveen resideerde, is er een vaart gegraven voor de aanvoer van het nodige materieel.
Boven de ingang aan de noordzijde bevindt zich een cartouche met het stichtingsjaar 1713.
eo er ptimo aximo : Aan de driewerf Algoede Almachtige God.
Boven de ingang aan de zuidzijde is een driehoekige zonnewijzersteen uit 1730 te zien, met heel- en halfuurlijnen. Aan de torenzijde is een gedenksteen aangebracht door D.J.V. Baron van Sytzama, burgemeester van Dantumadeel en kerkvoogd van de Hervormde Gemeente, ter herinnering aan de vervanging van de bouwvallige uit 1469 daterende toren.
Interieur
De preekstoel is geleverd door Kistenmaker Jacob Ferensy te Dokkum, het snijwerk is van Jan Oenema te Leeuwarden (1716). Op het middenpaneel is een groot rocococartouche uit 1771 te zien, gemaakt door Yge Rintjes als steun voor de koperen lezenaar (in 1772 gemaakt door Lieuwe Geerts te Dokkum). Het rugschot van de kansel is gevat tussen getorste omrankte kolommen met aan weerszijden adelaars. In 1714 is de bijbel op de lezenaar aan de Kerk van Driesum geschonken door de juf. Geertrui en Aurelia Haersma. De standaard voor de doopschaal is in 1716 gemaakt door Jan Oenema.
Herenbanken: in 1778 is de nieuwe betimmering gemaakt door Douwe Harmens.
Bank noordzijde (Van Sytzamabank): in het opzetstuk een eenhoorn en een griffioen tegen een achtergrond van wapentuig de wapens van Sytzama en Clant (Fecco Dominicus van Sytzama en Anna Clant). De Van Sytzama’s hadden een militaire achtergrond. Van Sytzama kocht in 1745 Rinsmastate met de bijbehorende bank in de kerk.De bank aan de zuidzijde is eenvoudiger van opmaak. In het rugschot het gekroonde alliantiewapen van Haersma-Canter (dr. Ericus van Haersma en Anna Clara Canter). Ericus was burgemeester van Harlingen maar ook ouderling in de Driesumer kerk.
Ooit heeft de kerk 5 gebrandschilderde ramen gehad.
De kerk bezit 8 zandstenen wapenstenen waarvan de oudste uit 1561nog overgebracht uit de oude kerk. Deze stenen zijn in het midden van de 19e eeuw overgeschilderd.
De 2 grote twaalfarmige kronen komen waarschijnlijk uit de Maartenskerk te Sneek. In 1830 waren daar 2 kronen verkocht aan J.G. Baron van Sytzama. Voorts 6 drie-armige wandluchters.
De tekstborden waren eens versierd met afhangende festoenen; de klok dateert uit 1617 en is gegoten door Hans Falck van Nuerenberg te Leeuwarden.
De laatste begraving in de kerk heeft plaatsgevonden in augustus 1821 toen op Rinsmastate de 11-jarige Otto Anne Wyckerheld Bidom is overleden.
De begraafplaats
De oudste stenen grafmonumenten op het kerkhof waren ‘stoeppalen’. Zij markeerden de stoep voor het huis. Ze staan op de graven van:
1. Douwe Harm, 1819 , en zijn vrouw
2. Jitske Gerbens, 1817
3. Tjalkje Feddes Feddema, 1840
Er zijn 2 grafstenen met een gedicht.
Op het zuidoosten van de begraafplaats bevindt zich, omgeven door hekwerk, de grafkelder van de fam. Van Sytzama. Iets verderop liggen de oorlogsgraven van Engelse vliegers die in de Tweede Wereldoorlog bij Driesum met hun vliegtuig zijn neergeschoten en zijn omgekomen.
Er zijn ook graven zonder steen. Armlastigen die op kosten van de gemeenschap werden begraven, mochten geen monument plaatsen en kregen de slechtste plekken.
Bron: Boek “Regiment Huzaren van Sytzama 1814-1914 en daarvoor” door E.A. Puik; Hfdst 143 – 151. | ||
01 | Majoor E.J.V.M van Boudijk Bastiaanse | |
02 | Ritmeester (bd) P.C.L. Blom | Oud Wnd C- 1e Regiment Huzaren (Zie bijschrift bij de foto op pagina 125) |
03 | Luitenant-kolonel Jhr. J.J.G. Beelearts van Blokland |
Oud Regimentscommandant |
04 | Luitenant-kolonel Broertjes | |
05 | Kolonel J.H.W. Nix | Oud Regimentscommandant |
06 | Kolonel KLU J.L. Bos | Commandant Vliegbasis Leeuwarden |
07 | Luitenant-kolonel J.P. van Diepenbrugge | Gelet op postuur en de wijze waarop hij de pet draagt |
08 | Mevrouw van der Herberg | Echtgenote van de Burgemeester Dantumadiel |
09 | Burgemeester van Dantumadiel Mr. P.T. van der Herberg |
Hoofdregent van de Sytzama Stichting |
10 | M.H.Th. (Marjet) Barones van Sytzama | Naamgeefster van de loods waar de Bataljons Onderhoud Groep 11 Tkbat was gevestigd |
11 | Een van Van Sytzama | Welke weet ik niet precies |
12 | Th.E. Barones van Sytzama | |
13 | M.P.D. Baron van Sytzama | |
Tussen 01 en 02 zou Maj A.F.E. Baron Creutz kunnen zijn. Ben er niet zeker van. De geüniformeerde tussen 02 en 03 is waarschijnlijk een politie of marine functionaris. |
Bron: Boek “Regiment Huzaren van Sytzama 1814-1914 en daarvoor” door E.A. Puik. Pagina 189.
30 mei 1980: Namen van de huzaren en de wachtmeester heb ik niet. |
||
01 | Luitenant-kolonel F.A. Limpens | Commandant 43 Tankbataljon, Langemannshof |
02 | Majoor J. Ebbink | Hoofd Sectie S3, 43 Tankbataljon |
03 | Adjudant A. van Iren | Bataljonsadjudant, 43 Tankbataljon |
Bron: Boek “Regiment Huzaren van Sytzama 1814-1914 en daarvoor” door E.A. Puik. Pagina 189.
30 mei 1980: Namen van de huzaren en de wachtmeester heb ik niet. |
||
01 | Luitenant-kolonel F.A. Limpens | Commandant 43 Tankbataljon, Langemannshof |
02 | Majoor J. Ebbink | Hoofd Sectie S3, 43 Tankbataljon |
03 | Adjudant A. van Iren | Bataljonsadjudant, 43 Tankbataljon |
04 | Adjudant J. den Haan | Eskadronsopperwachtmeester BEsk |
05 | Volgens mij is dit Jhr. van der Goes oud Hoofd Officier 1e Regiment Huzaren woonde in Bakkum, maar zeker is het niet. | |
06 | Ritmeester C. Elderhorst | Eskadronscommandant BEsk |
01 | Majoor S. de Fey | Hoofd Sectie S4, 43 Tankbataljon |
Uw Historicus
Ritmeester bd der Cavalerie
J.P.A. Steenmetz