Welkomstwoord Wapenoudste
Huzaren, Korporaals, Onderofficieren, Officieren, Reservisten, Voormalig dienenden: Gegroet.
Van harte welkom in Amersfoort bij de viering van het 200 jarig jubileum van ons wapen. Wij maken met onze manifestatie deel uit van de viering 200 jaar KL, waarbij de KL vandaag op 200 plaatsen in Nederland acte de présence geeft. Onze presentie vandaag in Amersfoort is waarschijnlijk de grootste activiteit in dat kader.
Ga – waar mogelijk – in gesprek met de burgers van Amersfoort als ambassadeur van onze KL en leg ze uit waarom vrede en veiligheid ook in de huidige tijd niet vanzelfsprekend is en dat een goed uitgeruste Defensieorganisatie de beste verzekering is om die vrede en veiligheid te garanderen, ook als de inzet van Defensie in een ver land plaatsvindt om niet altijd voor iedereen even duidelijke redenen.
Terug naar vandaag: We hebben hier in De Flint een fantastische thuisbasis dichtbij alle locaties waar wij vandaag activiteiten ontplooien. Alle parate cavalerie-eenheden zijn hier vandaag vrijwel compleet aanwezig en met zijn allen willen we aan Amersfoort laten zien dat de Cavalerie leeft, vitaal is en een band heeft met Amersfoort. Wij zijn hier immers allemaal opgeleid of hebben anderszins een deel van ons militaire leven geleefd en beleefd op het Opleidingscentrum Cavalerie of later het Opleidings- en Trainingscentrum Manoeuvre, de bakermat van ons wapen.
Zo dadelijk vertrekken we naar de binnenstad van Amersfoort waar op De Hof de ceremonie en – als deel van de mars door de stad – vervolgens het defilé plaatsvindt. Ook het OLV-kerkhof is een aanrader: daar zijn de hele middag niet alleen oude en modelvoertuigen te bewonderen, maar ook enkele Fenneks van de verkenningseenheden. De eye-catcher is hier denk ik toch de tanktrainer, jawel die met de LEO-II simulatoren van TACTIS.
Ik wens iedereen een geweldig mooie middag en hoop u na afloop van DE MARS hier weer te treffen voor de cavalerieborrel.
Toespraak bevordering Majoor Plink
U heeft zojuist aangehoord dat Zijne Majesteit de Koning bekrachtigd heeft de bevordering tot luitenant-kolonel titulair van majoor b.d. Plink. Dit is tamelijk uniek. Het gebeurt bijzonder zelden dat een militair in buitengewone dienst – hij ging in 1991 met eervol ontslag – bevorderd wordt. En het gebeurt al helemaal nooit in front van aangetreden troepen.
Maar de overste Plink is dan ook uniek. Hij is expert op het gebied van tradities. Heeft lange tijd gewerkt voor de Traditie commissie Krijgsmacht en daar het Ereteken van Verdienste in Goud voor ontvangen. Expert op het gebied van Vaandels en Standaarden.
Hij heeft talrijke publicaties op zijn naam staan, onder meer bij de Rijksuniversiteit Leiden en bij de Koninklijke Vereniging tot Beoefening van de Krijgswetenschap.
Zijn verblijf in Jappenkampen toen hij 6 jaar oud was heeft geleid tot een meer dan nadrukkelijke betrokkenheid bij organisaties en herdenkingen gerelateerd aan het lijden in de Japanse bezettingstijd in het verre Oosten.
Voor de Koninklijke landmacht – opnieuw bezig met grote reorganisaties en een heroriëntering – is het meer dan ooit cruciaal dat de organisatie geworteld blijft op een stevig historisch fundament.
Luitenant-kolonel titulair W.L. Plink is onze verzekering in deze.
Het aanbrengen van nieuwe rangonderscheidingstekens op een civiel pak is wat lastig. Ik heb er daarom voor gekozen om de overste als daadwerkelijk blijk van die bevordering een zeer bijzonder afschrift van het KB te overhandigen. En ook dat is uniek.
Mijnheer Plink, gefeliciteerd. U heeft het verdiend!
Speech Wapenoudste op de Hof (aanbieden sabel)
Mijnheer de Burgemeester, geachte gasten, Huzaren, beste belangstellenden,
Veroorlooft u mij dat ik allereerst de juist beëdigde militairen en hun familie feliciteer met de bijzondere stap. Zo’n eed aflegging betekent veel, heeft consequenties voor je verdere optreden, maar sterkt je ook.
Mijnheer Bolsius, sta mij toe dat ik mij niet alleen tot u richt, maar ook tot de inwoners van de trotse stad waarvan u burgemeester bent, Amersfoort!
Ons Koninkrijk bestaat in zijn huidige vorm dit jaar 200 jaar; hetzelfde geldt voor de Koninklijke Landmacht en voor ons wapen: de Cavalerie. “200 jaar Vechten voor Vrede & Vrijheid” is het motto waarmee de Koninklijke Landmacht de viering van dit jubileum onder de aandacht van de Nederlandse samenleving brengt. Anders gezegd: “200 jaar paraat voor de veiligheid van de staat”. Die vrede en veiligheid zijn in die 200 jaar lang niet altijd vanzelfsprekend geweest en moest door de instandhouding van militaire capaciteiten en eenheden worden verzekerd. Dat besef was in 1814 bij het ontstaan van ons Koninkrijk – nadat de troepen van Napoleon verslagen leken – zeer zeker aanwezig en leidde tot oprichting van een modern leger en de dienstplicht werd in onze grondwet vastgelegd. Overigens hadden we in dat verleden soms buitenlandse troepen nodig om ons die Vrijheid te geven. Zo kwamen op 18 november 1813 Russische troepen – en wel Kozakken – Amersfoort binnen om de Fransen te verdrijven. Die Kozakken lieten zich legeren in het voormalige Pesthuis, hier vlak bij. Dat maakte Amersfoort toen nog niet tot een Garnizoensstad.
Aanvankelijk – vanaf ongeveer 1840 – was in Amersfoort alleen het Korps Rijdende Artillerie gelegerd. Amersfoort was geen vestingstad en had nooit een vast garnizoen gehad. Amersfoort had toentertijd ongeveer 12.000 inwoners en de voorziene komst van een garnizoen van 1.300 man, merendeels vrijwillig dienende militairen, zou werk betekenen voor velen. Om dat korps binnen haar poorten te krijgen, moest de stad wel voor eigen rekening stallen bouwen voor de 1.200 paarden. Door herhaalde bezuinigingen werd minder dan de helft van de beoogde sterkte van het garnizoen gehaald en tot overmaat van ramp werd het Korps in 1852 overgeplaatst naar Leiden en Den Haag.
In 1860 werd Amersfoort formeel aangewezen als garnizoensstad, maar ook in de twee decennia daarna bleef de omvang van het garnizoen schommelen tussen de 400 en 500 militairen.
Na de slecht verlopen mobilisatie van 1870, tijdens de Frans-Duitse oorlog, werd weer meer geld uitgetrokken voor het leger. Dat werd ook in Amersfoort merkbaar: het Departement van Oorlog kocht het exercitieterrein “De Vlasakkers”, 100 hectare groot, onderhands van de stad Amersfoort voor 2.000 gulden en aan de Hoogeweg werd een nieuw militair hospitaal gebouwd. In 1881 werd de bouw van een echte kazerne aanbesteed. Deze nieuwe kazerne werd gebouwd op een groot terrein tussen de stadssingel en de Flierbeek en door een houten brug verbonden met de Lange Stallen op de Beestenmarkt. Deze kazerne, later Prins Willem III kazerne genoemd, was bedoeld voor legering van de regimenten van de bereden wapens: de rijdende artillerie en de cavalerie.
Voor het eerst kwamen er cavalerie-eenheden naar Amersfoort en in de tien jaar daarna concentreerde de cavalerie ook al haar rijopleidingen en de hoefsmidopleidingen in Amersfoort. De hoefsmidopleiding was ook toegankelijk voor burgers.
De band tussen Amersfoort en de Cavalerie stamt dan ook in ieder geval uit 1881. De relatie tussen Amersfoort en de Cavalerie is dus weliswaar geen 200 jaar, maar wel meer dan 130 jaar oud.
Mede door de bouw van de kazerne nam de militaire aanwezigheid toe tot meer dan 1.650 militairen en heel veel paarden! Rond de eeuwwisseling behoorde meer dan 10 % van de Amersfoortse bevolking tot het garnizoen, om precies te zijn 1.654 van de 16.049 inwoners, de miliciens niet meegerekend. De militairen hebben een belangrijke invloed gehad op het economische en sociale leven in de stad. Onder meer in de lokale sociëteiten Amicitia en Concordia was het militaire element zeer duidelijk vertegenwoordigd. En dat Amersfoort later, in de jaren dertig, minder last had van de economische crisis, kwam vooral door het grote garnizoen en door de spoorwegen, die beide weinig conjunctuurgevoelig waren.
Kort voor de Tweede Wereldoorlog ging de cavalerie van paarden over naar pantserwagens, wat de reden was voor de bouw van de Bernhardkazerne in de periode 1937-1939. Na de Tweede Wereldoorlog en met de komst van de tanks verschoof het zwaartepunt van de activiteiten van de cavalerie geleidelijk, maar definitief naar de Bernhardkazerne en verdween de cavalerist steeds meer uit het straatbeeld van Amersfoort. De Prins Willem III kazerne maakte in 1978 – bijna 100 jaar oud – plaats voor een woonwijk, waar namen zoals eskadronsplein, huzarenstraat en manegebaan refereren aan de vroegere militaire bestemming van het gebied.
De Bernhardkazerne huisvestte ook het Opleidingscentrum Cavalerie. Alle naoorlogse cavaleristen zijn hier opgeleid of hebben hier gewerkt; dat zijn er vele tienduizenden geweest, zowel beroeps als dienstplichtig, die daarna uitzwermden naar de 6 parate tankbataljons, 2 parate verkenningsbataljons en de verschillende zelfstandige verkenningseskadrons in Nederland en in Duitsland.
Al die cavaleristen hebben een plaatsje in hun hart voor Amersfoort, vanwege hun tijd op de Bernhardkazerne en hun contacten en sociale leven in de stad.
Inmiddels leeft bij een deel van de samenleving opnieuw het idee dat lijkt vrede en veiligheid een vanzelfsprekendheid is. In de laatste decennia werd de omvang van het leger wederom fors verkleind, nu tot minder dan een kwart van wat het was. Dat geldt in nog sterkere mate voor de cavalerie: het Nederlandse leger beschikt niet meer over tanks en slechts over een klein aantal, maar wel zeer hoogwaardige verkenningseenheden en inlichtingencapaciteiten. De opleiding van de cavalerist vindt nog steeds op de Bernhardkazerne plaats. De kazerne huisvest daarnaast een groot aantal overige opleidingen die door de Koninklijke Landmacht worden verzorgd. De kazerne is daarmee niet leger geworden dan voorheen en is één van de belangrijkste kazerne van de Landmacht. Het cavalerie-element is weliswaar nog maar een fractie van wat het geweest is, maar alleen de cavalerie kan erop bogen dat zij al meer dan 130 jaar een hechte en goede band heeft met de stad Amersfoort en die graag voor de toekomst wil bestendigen. In garnizoensstad Amersfoort en met u als medeburgers in deze stad.
200 jaar cavalerie en ruim 130 jaar cavalerie en Amersfoort zijn in het verleden en tot op heden een goed huwelijk gebleken. Dat willen we ook in de toekomst zo houden!
Mijnheer de Burgemeester, ik wil als Wapenoudste van de cavalerie, ter gelegenheid van ons 200 jarig jubileum, u – en in u aan alle burgers van de stad Amersfoort – onze waardering voor de gastvrijheid van uw stad overbrengen. Dat doe ik namens alle cavaleristen met een cavaleriewaardig cadeau ter herinnering aan deze dag.
Mijnheer de burgemeester, mag ik u bij mij verzoeken.
“Dragers sabel voor”.
Met het aanbieden van deze sabel is de langdurige band tussen de cavalerie en de garnizoensstad Amersfoort onderstreept en herbevestigd.
Het sabel draagt de inscriptie:
AANGEBODEN AAN DE GARNIZOENSSTAD AMERSFOORT DOOR DE WAPENOUDSTE DER CAVALERIE OP 23 APRIL 2014.
EN, 200 JAAR NEDERLANDSE CAVALERIE ( 1814 – 2014).
Tekst geplaatst in de vitrine waar de sabel wordt getoond wordt.
Cavaleriesabel
Aangeboden bij gelegenheid van de viering “200 jaar Nederlandse cavalerie” in en met de stad Amersfoort op 23 maart 2014 door de Wapenoudste der Cavalerie, generaal-majoor b.d. Jhr. J.H. de Jonge aan de burgemeester van Amersfoort, de heer L.M.M. Bolsius. Met het aanbieden van deze sabel is de langdurige en hechte band tussen de cavalerie en de garnizoensstad Amersfoort onderstreept en herbevestigd.
Het sabel draagt de inscriptie: “Aangeboden aan de garnizoensstad Amersfoort door de Wapenoudste der Cavalerie op 23 april 2014” en “200 jaar Nederlandse Cavalerie (1814 – 2014)”.
Uitreiking Inspecteursmedaille |
Deze Cavalerie borrel wil ik gebruiken om een zogenaamde Inspecteursmedaille uit te reiken. Wat is dat nu?
De Cavalerie kende destijds – evenals alle andere Wapens en Dienstvakken – een Inspectie. Zo’n Wapen was relatief zelfstandig op gebieden van Personeelsbeheer, Opleiding & Training enz. Hoogste Chef van zo’n Wapen was dan de – in ons geval – Inspecteur der Cavalerie. Dat is later verdwenen Landmacht breed en daarvoor in de plaats hebben we dan de Wapenoudste. Overigens dus met aanzienlijk minder bevoegdheden dan de vroegere Inspecteur. Wat gebleven is, is de Inspecteursmedaille. Toen en nu een middel om waardering, dank en respect te betonen aan een Cavalerist die zich onderscheiden heeft in bijzondere verdiensten binnen of voor het Wapen. En dat soort Cavaleristen blijft, of we nu kleiner zijn geworden of weer groter groeien.
Ik ga nu uitreiken de Inspecteursmedaille aan de LKol b.d. Jack Johan.
De overste Johan heeft onnoembaar veel gedaan voor de Cavalerie, voor haar mensen en voor de Indië Veteranen. Een paar functies die ik ken:
- Commandant Regiment Huzaren van Boreel
- Voorzitter vereniging Huzaren van Boreel
- Voorzitter Stichting cavalerie monument Quatre Bras
- Voorzitter Werkgroep Aanpassing Cavaleriemonument Bernhardkazerne
Maar veel meer weet ik nog niet.
Waarom dan nu de waardering op deze wijze. Allereerst omdat overste Jack langzaam wat terug treedt. Geeft functies over aan jongeren. Maar ook omdat in middels af is, een langdurig en met geduld gevoerd project om het Monument Gevallenen Cavalerie op de Bernhard te renoveren en moderniseren. Wij verzamelen ons op 2 mei aanstaande voor onze jaarlijkse herdenking gevallenen, voor de eerste maal bij dit vernieuwde monument. We hebben daar nu de slag kunnen maken naar het tonen op plaquettes van de namen van gevallen cavaleristen in vredesoperaties zoals Bosnië en Afghanistan. Overste Johan heeft dat met engelengeduld en omzichtigheid bewerkstelligt.
De medaille heeft als inscriptie: Loyaal & Vasthoudend.
Vervolgens reik ik met waardering nog een Inspecteursmedaille uit.
Kolonel b.d. Frank de Wit.
Ruim 1½ jaar geleden gepolst over het opzetten van een viering 200 jaar Cavalerie.
Geen tijd benodigd om er over na te denken. Ja, ik doe dat.
Als een rustige maar zekere trein is het project tot wasdom geraakt.
Frank verzamelde een team om zich heen.
Met een fantastisch resultaat wat wij vanmiddag zagen.
Inscriptie: Projectvoering 200 jaar Nederlandse Cavalerie.
Amersfoort kleurt zwart van de huzaren
door Tijme J. Bouwers
“Hoe typeer je in een paar woorden deze dag?”, vraag ik aan zeven wapenbroeders in een Indonesisch restaurant na afloop van de viering van “200 jaar Nederlandse Cavalerie, 1814-2014”. Nostalgie en trots, zegt de een, uniek roept een ander. “Mijn tranen liepen over van blijdschap”, zegt een lyrische oud reserve Eerste Luitenant, weer een ander heeft het over kameraadschap en over ‘geslaagde cavaleriedag’ is ieder het eens.
Meer dan 1.500 huzaren met hun baret op kleuren reeds rond de middag de straten van de binnenstad van Amersfoort zwart. De beëdiging van 7 tot het wapen toegetreden huzaren vormt de kern van een indrukwekkende ceremonie op het ‘Hof’ in Amersfoort onder toeziend oog van de burgemeester van de huzarenstad, Lucas Bolsius, en de Wapenoudste van de Cavalerie, GenM b.d. Jhr. Harm de Jonge. Soms kon men tijdens de plechtigheid een speld horen vallen. Later nemen zij met de commandant Landstrijdkrachten, LGen Mart de Kruif, het defilé van de aangetreden troepen af
De dag begint met de ontmoeting van de deelnemers in de theaterzaal van ‘De Flint’. Langs de wanden staan stalletjes van de verschillende regimenten, van het Ned. Inst. voor Mil. Historie, etc. Middenin een toog, iedere deelnemer is bij binnenkomst voorzien van een paar consumptiebonnen. Huzaren van alle rangen en van alle regimenten druppelen binnen, vrij uniek. Allen leden van een familie, dit is het huis van iedere huzaar, hier voelt iedereen zich senang. Ook de huzaren van de parate eenheden stromen het gebouw binnen. Zij krijgen een lunchpakket. Voor een grijze kop van boven de zeventig is het gemakkelijk ook een lunchpakket te bietsen.
De Wapenoudste heet de aanwezigen welkom. Hij noemt de huzaren als eerste, dan de korporaals etc. Hij roept de aanwezigen op vandaag met de burgers in gesprek te gaan om aan te geven dat vrede en veiligheid niet vanzelf spreken. Overal in Nederland wordt vandaag 200 jaar Nederlandse krijgsmacht gevierd, de manifestatie van de cavalerie is de grootste.
Het is tijd om naar De Hof, een groot plein naast de Sint-Joriskerk, in het centrum van Amersfoort te gaan. Buiten De Flint, in het zonnetje, stelt iedereen zich op. De deelnemende huzaren marcheren per eenheid, de oudgedienden lopen al keuvelend met elkaar naar de Paradeplaats. Zes parate eenheden stellen zich op onder het toeziend oog van LKol Bjørn Bozuwa. De oudgedienden van vier regimenten nemen plaats. De genodigden zijn ontvangen in de Sint-Joriskerk en nemen plaats onder het afdak van de vroegere viswaag. Ritm. Wouter Jan Holleman stelt de troepen voor en vertelt ook iets over hun tenue. Tijdens de ceremonie is hij de spreekstalmeester. Het is prachtig weer, het zonnetje schijnt, de temperatuur is aangenaam. Ook het winkelend publiek komt even kijken.
De paradecommandant LKol Meino Jongma gaat over tot het officiersappèl, de commanderende officieren melden hun eenheid bij de paradecommandant. Wanneer ze weer intreden is het net of ze naar alle windrichtingen uiteen gaan.
Een groep opperofficieren treedt in en vervolgens de standaardgroep met de vier standaards.
De PC nodigt de Wapenoudste der cavalerie en de burgemeester van Amersfoort uit voor inspectie der troepen. Hierna zegt de Wapenoudste enkele woorden en geeft direct het commando over aan de Regimentscommandant van Boreel, Kol. Rob van Zanten.
Die gaat over tot de beëdiging van 2 tweede luitenants, een wachtmeester en 4 huzaren. Zij zullen trouw zweren aan de Koning, gehoorzaam zijn aan de wetten van het koninkrijk en zich onderwerpen aan de krijgstucht. De 7 huzaren spreken elk de belofte uit, de tijd van gelovige gereformeerde boerenzonen is voorbij. De ceremonie wordt zo op het oog correct uitgevoerd, zeker voor de burgertoeschouwer. De PC hoor ik slechts een keer “Herstel” roepen.
De Wapenoudste neemt weer plaats achter de katheder. Hij beveelt de opening van de ban. Een Koninklijk Besluit wordt voorgelezen, een zeer bijzonder besluit. De Maj. b.d. Willem Plink wordt de rang van LKol titulair toegekend. De Wapenoudste licht het besluit toe. Plink is een man van grote verdienste voor de Nederlandse Cavalerie. Hij is expert op het gebied van tradities, door zijn verblijf in Jappenkampen is hij betrokken bij herdenkingen van die tijd en hij is de verzekering dat de organisatie op een stevig historisch fundament gebouwd blijft. Op een burgerpak zijn militaire rangonderscheidingstekens moeilijk aan te brengen, daarom krijgt Willem Plink een zeer fraaie oorkonde van het KB. Moge het de kersverse LKol tit. gegeven zijn dat hij deze rang nog lang zal dragen.
De Wapenoudste houdt een korte herdenkingsrede. Hij memoreert de banden tussen de stad Amersfoort en de cavalerie. De oorlog tussen Pruisen en Frankrijk van 1870/1871 gaf de stoot tot de komst van de huzaren in deze stad. In 1881 werd de bouw van de Prins Willem II Kazerne aanbesteed. Rond 1900 waren er in Amersfoort 1.600 militairen op 16.000 en er waren heel veel paarden. Door de komst van gevechtswagens werd net voor de oorlog de Bernhardkazerne gebouwd. Ruim 130 jaar cavalerie in Amersfoort is een goed huwelijk gebleken. Als dank voor de gastvrijheid van de stad en de burgers van Amersfoort overhandigt de Wapenoudste een sabel aan de burgemeester. De heer Bolsius memoreert in zijn dankwoord dat voor velen Amersfoort de eerste plek was waar ze buiten het ouderlijk huis sliepen. De sabel is een cadeau van een oude vriend, een vriend die het gemeentebestuur graag ziet. Het Wilhelmus wordt gespeeld.
De parade wordt ontbonden, de eenheden melden zich af. Vervolgens marcheren de zes parate eenheden en vier regimentsdetachementen af. Zij stellen zich op voor ‘De Mars door de Stad’. De Commandant Landstrijdkrachten (CLAS) LGen Mart de Kruif laat zich op het plein zien. Via de oostkant van ‘De Hof’ loopt hij de Sint-Joriskerk binnen. Om drie uur zal hij samen met de burgemeester en de Wapenoudste het defilé afnemen.
Ik ben op De Hof gebleven, het is aangenaam toeven op dit plein. De terrasjes zijn goed bezet, de tapperijen slaan af en toe een nieuw vat bier aan. Dan klinkt een mars, het Fanfarekorps Bereden Wapens marcheert de Hof op, het publiek staat achter dranghekken. De eenheden marcheren voorbij. Ook het Cavalerie Ere Escorte geeft acte de présence, een fraai gezicht. De eenheid van Maj. Ruud Theunissen oogst applaus, zij exerceren als de beste. De mars door de stad eindigt bij De Flint. Een bekende res. Ritm zal een aantal huzaren wel even langs de kortste route naar De Flint brengen. De verkenner verdwaalt in een achterpad van een hofje. De Mars door de Stad eindigt bij De Flint. Het is een bijna romantisch gezicht wanneer de eenheden door het smalle straatje naar De Flint komen aanmarcheren.
In theater De Flint vindt de Cavalerieborrel plaats. Het reünieorkest van het ‘Trompetterkorps der Cavalerie’ zit op het podium en speelt de muziek waar het hart van iedere huzaar naar snakt.
Onze Wapenoudste heeft nog wat in petto. De inspecteur-generaal der cavalerie is een functie die niet meer bestaat. Van zijn bevoegdheden heeft de Wapenoudste er nog slecht een paar overgehouden. Waaronder die van toekenning van de Inspecteursmedaille. Hij roept LKol b.d. Jack Johan naar voren. Hij is Commandant van het Regiment Huzaren van Boreel geweest en voorzitter van de vereniging Boreel. Hij was voorzitter van de stichting cavalerie monument Quatre Bras en laatstelijk voorzitter van de werkgroep aanpassing cavalerie monument Bernhardkazerne. Met engelengeduld en veel tact heeft hij de renovatie en modernisering weten te realiseren. Een tweede Inspecteursmedaille is er voor Kol. b.d. Frank de Wit. Hij is meer dan anderhalf jaar geleden gevraagd om de viering van 200 jaar Cavalerie vorm te geven. Zonder aarzelen accepteerde hij dit verzoek. Hij verzamelde een team om zich heen en dat liep als een trein. Het resultaat is fantastisch en dat hebben we vandaag kunnen zien. De Wapenoudste bedankt ieder voor zijn of haar komst en wenst ons nog een aangename borrel toe.
Opvallend veel huzaren blijven. Ze zien oude makkers, halen herinneringen op, of informeren naar elkaar welstand. Er lijkt geen eind aan te komen. Om vijf uur is het nog een drukte van belang in de theaterzaal. Het is een feestje dat voor herhaling vatbaar is. Er zijn er, zoals ik, die deze reünie met een blauwe hap elders in de stad voortzetten en beëindigen.
Dagorder
Op 23 april 2014 vond in het kader van 200 jaar Koninklijke Landmacht de viering 200 jaar Nederlandse Cavalerie plaats in de binnenstad van Amersfoort. Meer dan 700 militairen namen deel, 125 bijzondere gasten zijn ontvangen in de Joriskerk en naar schatting 1000 bezoekers, waarvan velen getooid met de zwarte baret, waren getuige van een prachtige beëdigingsceremonie, een waardig defilé op De Hof en aansluitend de mars door de stad, waarmee de lange band tussen de Nederlandse Cavalerie en de stad Amersfoort bekrachtigd werd. Het defilé werd afgenomen door de hoogste Landmacht autoriteit in Nederland, de Commandant Landstrijdkrachten, Luitenant-generaal M.C. de Kruif. Daarnaast heeft Theater De Flint de gehele dag open gestaan als “huiskamer”, waarin regimenten en andere instanties en verenigingen zichzelf presenteerden. Ook de demonstraties op het Onze Lieve Vrouwe Kerkhof door militairen, burgerverenigingen en het Museum Nederlandse Cavalerie zijn druk bezocht.
De vlekkeloze organisatie was een inspanning van een gecombineerde militaire en civiele projectgroep, die een voor velen onvergetelijke dag heeft georganiseerd. Mijn complimenten en dank betreffen allen, die er aan meegewerkt hebben om dit mogelijk te maken. Een bijzonder woord van dank richt ik graag aan de medewerkers van de gemeente Amersfoort en de politie Regio Eemland voor de constructieve medewerking, de medewerkers van Theater De Flint en de Joriskerk voor hun enthousiaste meedenken en medewerking en de eigenaren van de horeca en winkels in de binnenstad van Amersfoort, die letterlijk ruimte geboden hebben om de festiviteiten plek te geven.
De Nederlandse Cavalerie heeft een goede indruk achtergelaten en ik ben er trots op, dat ik hier deel van mocht uitmaken.
Amersfoort, 24 april 2014
Wapenoudste der Cavalerie
Jonkheer J.H. de Jonge M.S.M.
Generaal-majoor b.d